Waar werken wij

Transkei

Transkei is een gebied in Zuid-Afrika. Het is een deel van de Oost Kaap provincie en beter bekend als het voormalige thuisland van de zwarte Xhosabevolking in de tijd van de Apartheid (1948-1994) in Zuid-Afrika.Het gebied strekt zich uit tussen Kei Mouth, Lesotho en Port St-Johns. Wij werken vooral in en rond Coffeebay, een klein dorpje aan de kust, zo'n 60 km ten zuiden van Port St. Johns.

In de jaren '70 van de vorige eeuw werden rond de honderdduizend zwarten door het Apartheidsregime naar Transkei getransporteerd. In 1976 verklaarde de Zuid-Afrikaanse regering het gebied onafhankelijk. Transkei werd, samen met Ciskei, het thuisland van de zwarte Xhosabevolking. Gezonde mannen konden een werkvergunning aanvragen om in de Zuid-Afrikaanse mijnen te werken. Ze verdienden een hongerloon, mochten geen lid worden van de vakbond en na elf maanden werden ze ontslagen en moesten ze terug naar het thuisland.

Pas in 1994, toen de Apartheid was afgeschaft en Nelson Mandela de macht overnam, werden de thuislanden zoals Ciskei en Transkei weer onderdeel van Zuid-Afrika. Maar de wond is nog niet genezen. Nog steeds is de Oost-Kaap het armste deel van Zuid-Afrika, nog steeds leeft driekwart van de bevolking onder de armoedegrens. En nog steeds trekken veel gezonde mannen weg om werk te zoeken….  (de Volkskrant, 5 februari 2010)

Xhosabevolking

De meeste van de zes miljoen Xhosa leven in de Oostkaap, een provincie van het huidige Zuid-Afrika. Zij vormen de grootste bevolkingsgroep op de Zulu na. Hun taal, het isiXhosa, stamt af van de Bantoetalen en is bij ons vooral bekend vanwege zijn klikgeluiden.

De Xhosa leven in een clan- of sibbestelsel. Naast een voor- en achternaam heeft iedereen een isidoku, een clannaam. Het begrip familie is nog steeds heilig onder de Xhosa en omvat meer dan alleen het kerngezin.

Steeds meer Xhosa trekken naar de steden, in de hoop daar werk te vinden. Ook de mijnen bieden nog steeds werk aan de gezonde Xhosa mannen.  Het schamele loon dat zij daar verdienen, vloeit slechts deels terug naar hun achtergebleven families. Maar behalve geld brengen zij ook problemen mee terug. Veel mannen zijn aan de drank en drugs geraakt of hebben, ver van huis, aids opgelopen. Op het platteland proberen de achtergebleven vrouwen en kinderen, zo goed en zo kwaad als het kan, te overleven en hun oude tradities te bewaren